Bij digitaliseren gaat het niet alleen om de implementatie van technische tools. Sterker nog: het gaat meer om het transformeren van mensen die met nieuwe technische tools omgaan. Pas als het hele bedrijf de technologische veranderingen omarmt, wordt het bedrijf echt wendbaar en flexibel. Daarom is ‘awareness’ zo ongelofelijk belangrijk.
De markt waar productiebedrijven zich in bevinden, verandert waar je bij staat. Stil blijven staan is geen optie, of de concurrentie stuift je voorbij. Vanuit deze gedachte is het noodzakelijk om continu te monitoren waar de behoefte van de markt ligt en deze bevindingen te koppelen aan het optimaliseren van interne processen, om als organisatie op deze behoeften in te kunnen spelen. Het implementeren van nieuwe tools helpt je organisatie om deze processen beter in te richten. Maar… je medewerkers moeten dit wel oppakken en er optimaal gebruik van weten te maken. Nieuwe tools zijn een middel, interne implementatie en adoptie zijn cruciaal om de tools te laten slagen.
Digitaal transformeren: (dis)connected raken
De eerste uitdaging bij nieuwe tools is om het zo in te richten dat het daadwerkelijk werkt voor iedere werknemer. De implementatie van een datamanagementplatform, zoals Power BI, of een vernieuwde opzet van het intranet is mooi, maar als niemand weet hoe het te gebruiken of het maximale eruit te halen: wat heb je er dan aan? Het doel om intern beter met elkaar te connecten, leidt dan – geheel onverwacht – juist tot een verslechterde situatie, waarbij werknemers via andere, voor hen gemakkelijkere, kanalen met elkaar gaan communiceren. Hiermee ga je aan je doel voorbij en is de investering in een centraal platform alleen een kostenpost.
Van falen tot stralen tijdens digitaal transformeren
Een bedrijf in de productie-industrie dat inzet op een meer data-gedreven businessmodel, maakt een bewuste keuze voor de lange termijn. Belangrijk om te beseffen is: je werkt met mensen. Wie zijn we intern aan het bedienen? Waar zitten hun behoeften? Waar leveren technologische ontwikkelingen hun toegevoegde waarde? En hoe kun je, in kleine stapjes, bij die toegevoegde waarde uitkomen?
En, nog belangrijker: zorg dat je snel kunt falen in het transformatieproces. Snel falen betekent dat je snel weet bij te sturen op de route naar waardecreatie voor je werknemers. In dit proces van falen moet je je medewerkers steeds weer op de hoogte brengen, om ervoor te zorgen dat ze de digitalisering steeds verder omarmen. Deze route moet van bovenaf vormgegeven worden, met een directief bepaalde ‘waarheid’. Als niemand zegt: “we gaan deze route inzetten”, dan is er geen waardevol einddoel in zicht. Elke stap die je als organisatie technisch onderneemt, vormt een tegengewicht aan de organisatiekant.
Feenstra for customer engagement
De cv-monteurs van Feenstra hebben dagelijks veel contact met klanten. Zij ontvangen daarbij veel vragen over vervanging van de cv-ketel of aanvullende services die Feenstra biedt. Door een gebrek aan informatie en een overheersend sales-gevoel, konden de monteurs geen goed antwoord geven op deze vragen. Om de monteurs te ondersteunen, werd de Feenstra-app ontwikkeld. Deze app geeft extra informatie aan de Feenstra-monteurs, die hierdoor een extra dienst kunnen verlenen aan hun klanten. Om die meerwaarde te kunnen leveren, moesten de monteurs op een andere manier gaan werken. Door dit proces goed te begeleiden is het mogelijk om toegevoegde waarde te bieden aan de eindklant.
Een tool implementeren kan iedere organisatie, maar daarmee ook echt veranderen, dat is een geheel ander verhaal. Ofwel: We digitaliseren wel, maar transformeren niet. Dit laatste is van groot belang om de digitalisering te laten slagen. Meer weten wat hierbij belangrijk is? Lees dan ons whitepaper ‘Je gehele organisatie meekrijgen – De menselijke component van digitaal transformeren’.